
De oude stad van Nesebar was vroeger ongetwijfeld heel cultureel verantwoord en gezellig. Maar ik kan het niet zien want er staan te veel toeristenwinkeltjes en restaurants voor. --- Geen geweldig dik wijf, die is al lang dood. Ik heb haar overlijdensbericht gisteren nog zien hangen aan een boom op het strand. Onherkenbare foto.
“Lach tot je doodgaat, en drink tot je blind bent!”
Typisch Bulgáárse restaurants uiteraard, met vooral veel Italiaanse pizza en menu’s in het Pools, Roemeens, Hongaars en zelfs in het Zweeds. En overal lichtgevende schoenen. Van prachtig dun kalfsleer. Fluoricerende kettingen, eventueel met uw naam op! Handgemaakte portretten van uw kinderen. En ook van de koning. Stickers met sexuele boodschappen op en honing van het hier welgekende merk “viagra”. Huidcrèmes met de geur van echte rozen. T-shirts met blauwe streepjes en in grote letters: BULGARIA! Onstijlvolle grote handdoeken met hetzelfde opschrift. Zo veel onstijlvolheid in alle kleuren, groottes en formaten.

Ik lees in mijn boek dat hordes toeristen hier de oude cultuur komen opsnuiven. Ik kan de oude cultuur hier niet vinden. Misschien is dat het nadeel van laat in de zomer op reis gaan: alle cultuur is al lang opgesnoven.
Overal proberen obers mij naar binnen te lokken met beloftes over heerlijk eten. Dat is toch wat ik denk, ze kunnen mij in principe toeroepen wat ze willen.
Overal plakken er rokers aan de muren. Geen idee waarom die niet gewoon rechtop staan maar echt aan de muren gaan hángen.
Op de dijk maken mensen foto's van mekaar met op de achtergrond mensen die foto's maken van mekaar. Een bejaard koppel stuurt op facebook messenger een dikke duim naar de dochter. Ik stuur een bericht naar mijn moeke: “Het doet mij hier een beetje denken aan de profeet.”
Ik heb al op verzenden geduwd als ik merk dat mijn spellingscorrector het woord “Dubrovnik” niet herkende.
Ik stuur nog een dikke duim na.
Ergens in één van de straatjes, tussen al het winkelgewirwar heen, zit een man met een zeemansmuts op tekeningen te maken met de spirograaf. Ik blijf even kijken en probeer hem in zeven talen uit te leggen dat ik dat als kind ook urenlang deed. Als mijn uitleg in de ene taal voorbij is, vraagt hij in een andere “Sprechten sie Deutsch?” “Vous parlez francais?” “Talar du svenska?” Ik vraag of hij mijn uitleg wel begrijpt en hij zegt telkens weer: “Ja! 5 leva!” Het wordt wat karikaturaal. Plots pakt hij mijn arm vast en trekt me op zijn schoot. Misschien had mijn herhaaldelijke gebruik van het woord "kind" hem vaderlijk gemaakt. Of misschien had hij het verkeerdelijk begrepen als dat ik daar ter plekke kinderen wou maken met hem?

Ik huiver de aanpalende winkel in en koop een vlag. Een Bulgaarse, non-conformele vlag. Even commotie over het begrip “conformele vlag”, maar blijkbaar is dat zo een vlag waaraan Bulgaren meteen zien dat je geen Bulgaar bent. Ideaal, alsof dat zonder vlag niet duidelijk genoeg was. Alsof hier rondlopen alleen al niet duidelijk genoeg is. Rondlopen met een non-conformele Bulgaarse vlag in de oude stad leert mij: ik vind het bijzonder hilarisch om met een non-conformele Bulgaarse vlag rond te lopen in de oude stad van het meest toeristische hol van het land. Het is vier weken geleden dat ik zo veel volk bij elkaar heb gezien. Het is mijn hele leven geleden dat ik zo veel mensen onoprecht een ingestudeerde glimlach op me af heb zien vuren. En hier loop ik. Te gibberen. Met een vlag.
Ik hoef geen blauw-wit gestreept T-shirt te kopen met BULGARIA op, ik hoef me niet te wikkelen in een reusachtige onstijlvolle handdoek met hetzelfde opschrift, ik hoef me niet in te smeren met typische yoghurt- of rozencrème, ik hoef geen rieten mand, geen stenen meeuw, geen schilderij met zee en zonnebloemen, geen glimmende horloges, geen oude munten of andere Sovjet relikwieën, ik kan al perfect zeggen in het Russisch: "нет спасибо у меня уже есть флаг", "nee bedankt, ik heb al een vlag".
Comments