top of page

#1 Laat mij een zonnebloem zijn

Foto van schrijver: JoksieJoksie

Bijgewerkt op: 29 nov 2020


Bulgarije is stil. En donker. Ik kon dat wel gebruiken na alle grensovergang-gewriemel. De honderden andere auto’s stoven alle kanten op, ik ben veruit de enige die voor de weg richting bergen koos. Je hebt hier een vignet nodig als je behalve door de kleine dorpjes ook op de hoofdwegen wil rijden. Heel duidelijke info op alle borden, maar de man in het hok wou mij toch een ‘transitvignet’ van zeven dagen verkopen. Niet omdat hij dacht dat ik onlangs van geslacht was veranderd en ook niet omdat hij van slechte wil was, maar omdat hij ervan uitging dat ik niet langer in zijn land wou blijven dan dat. Hij vroeg ook waar ik ging slapen. Goeie vraag. Ik rijd op de stille weg in het pikdonker een pikdonkere stille zijweg in en stop op een pikdonker stil onverhard plein naast een fontein. Een paar nachtwandelaars komt een vijf-literfles vullen voor het slapengaan. Als ze weg zijn doe ik hetzelfde. In de verte sluipen wat schaduwen rond. Ik zie niet of het dieren of mensen zijn.

Ik vraag mij af of ik zelf meer dier ben dan mens. Of: wat het is dat de mens van de dieren onderscheidt. Ze zeggen altijd dat dieren natuur zijn en mensen cultuur, maar mensen zijn toch ook zoogdieren en dieren hebben misschien ook een soort van cultuur? Carl von Linné systematiseerde in de 17e eeuw alle planten en dieren van Lapland, maar catalogiseerde ook de mens. Hij deelde ons op in rassen en stuurde een hiërarchische structuur de wereld in waar de mens hoger op de ladder belandde naar mate hij meer cultuur en minder natuur in zich had. De culturen die Linné zelf het beste kende, stonden logischerwijs bovenaan.

Los daarvan wordt ook het onderscheid tussen mannen en vrouwen bij de traditionele denkers keer op keer als diezelfde dualiteit tussen cultuur en natuur voorgesteld. De vrouw wordt gelijkgesteld met haar baarmoeder, zintuigen en (moeder)instincten, de man met verstand, rationaliteit en beschaving. René Descartes stelde met zijn “ik denk dus ik ben” ook duidelijk dat de zintuiglijke waarneming en elke vorm van emotie ondergeschikt is aan de rede. De vrouw is dus met haar (zogezegde?) instincten en emoties een (noodzakelijk) bijproduct van de rationele man. Dan drukt Descartes zich nog genuanceerder uit dan Aristoteles, die expliciet aangaf dat de man een hoger ontwikkelingsstadium van menselijkheid heeft bereikt dan de onvolmaakte vrouw. Of Jean-Jacques Rousseau, die wel roept van “terug naar de natuur” en “laat de vrouwen weer (goede) moeders worden en we krijgen alle zedenverderf uit onze maatschappij!”, maar daarmee meteen de schuld van het hele verval van de mensheid bij slechte moeders legde. Bij vrouwen die hun “natuur” te veel verloochenden door zich te hebben toegelegd op -foei!- studies, of op lezen in het algemeen. Het is precies of Rousseau had het Scheppingsverhaal gelezen. Je zou voor minder beginnen denken dat de vrouw de bron is van alle kwaad, zo appels eten en al.

Er waren in de geschiedenis weliswaar ook vrouwelijke denkers die op gelijkaardige manieren andersom redeneerden maar die werden consequent verbrand of gevangengezet. Valerie Solanas bijvoorbeeld, die probeerde te bewijzen dat de man een mislukt bijproduct was van de vrouw, want iedereen ziet toch dat een Y-chromosoom een X-chromosoom is dat een beentje en daarmee alle vrouwelijke perfectie mist? Alleen jammer dat ze Andy Warhol probeerde te vermoorden, dat deed heel wat af aan haar geloofwaardigheid.

Maar goed, ik ben vrouw, dus baarmoeder, zintuiglijke waarneming, (moeder)instincten, meer dier dan mens en de bron van alle kwaad. Ik ben goed geïndoctrineerd door het katholicisme en alle klassieke denkers en ik word wakker in een boerenhol tussen de zonnebloemen want ik ben gisteren Bulgarije binnen gereden. Ik ben hier na urenlange automeditatie temidden van zo veel natuur goed op weg om alle negatieve gedachten over mezelf te relativeren als cultuur- en maatschappijgebonden, als ik een wegwijzer naar een klooster zie.

Ik hou van kloosters in Oost-Europa. Ik was eens in Macedonië op zoek naar een parking waar ik kon slapen, als ik in een klooster belandde. Het was nog geen tijd om te slapen, dus ik besloot het klooster te bezoeken. De pater aan de inkom aarzelde maar zei uiteindelijk dat het oké was. Ik moest alleen zorgen dat ik na een uur weer buiten was. Op zich geen probleem want zo gefascineerd door kloosters ben ik nu ook weer niet, maar ik vroeg toch waarom. “Omdat het vandaag de naamsdag is van Sint-Jan”. Oké. Even later las ik in mijn toeristenboekje dat het klooster genoemd was naar Sint-Jan en dat er op zijn naamsdag rond zonsondergang honderden duizenden mensen naar het klooster kwamen om Sint-Jan te vieren. Ik had er geen idee van wie Sint-Jan was maar zag de zon langzaam zakken, verborg mij voor de man aan de inkom tussen de heiligenbeelden in bladgoud en zag de gelovigen toestromen.

Het is gemakkelijk om contacten te smeden als meisje alleen in een Oost-Europees klooster. Voor ik het wist was ik omgeven door verbazingwekkend knappe, hippe en jonge kloosterlingen enerzijds, en door traditionele gelovigen anderzijds, die mij probeerden te waarschuwen voor de jonge, hippe kloosterlingen omdat dat allemaal junkies waren die in het klooster gingen omdat er in Macedonië geen afkickcentra zijn. En als de wereld een driehoek was en ik naast mijn enerzijds en anderzijds hierboven nog een derde zijde mocht toevoegen, dan zou ik zeggen dat ik ook werd omgeven door gelovige moeders die koekjes hadden gebakken voor God maar er mij ook een paar gaven. Vooral op voorwaarde dat ik met hun diepgelovige zonen zou trouwen. Ik raakte aan de praat met een vrachtwagenchauffeur die nog in België was geweest en echt geloofde dat ik 2000km had gereden om hier de naamsdag van Sint-Jan te komen vieren. Ik mocht met hem mee naar De Tafel. Aan De Tafel werd gegeten in naam van God. Hij gaf mij zijn nummer.

Ik begon mij schuldig te voelen tegenover de man aan de inkom omdat ik daar nu echt al langer dan een uur was, maar toen ik hem ging zoeken zei hij alleen: “kom”, en hij nam me mee naar De Tafel. Daar vertelde hij mij alles over zijn leven in woorden die ik niet begreep. Ik denk dat ik vier of vijf keer ben meegenomen naar De Tafel door random mannen die mij allemaal dingen wouden vertellen die ik niet begreep. En toen ik ging slapen in mijn koffer beloofde de man aan de inkom mij dat hij iedere drie uur ging komen kijken of ik nog veilig was. Ik mocht hem ook altijd bellen, maar mijn gsm zat ondertussen al vol met allemaal nummers van ex-verslaafde paters, diepgelovige vrachtwagenchauffeurs en hun koekjesmoeders.

Het Bulgaarse klooster hier was anders. Er waren enkel toeristen. Ik werd niet meegevraagd naar De Tafel, kreeg geen koekjes, huwelijksaanzoeken of telefoonnummers maar moest wel een stuk of vier portretten schieten van Chinezen en Japanners die handen te kort kwamen. Er was aan de inkom geen man die om de drie uur kwam checken of ik nog veilig was, ik droomde aan de voet van de berg dat ik thuis door het parket viel en dat ik met mijn voeten in de kak was gezakt. Alles onder het parket thuis was van kak. De wc deed het niet goed meer en ik had dat niet gezien. Misschien stonk ik zelf al jaren naar kak en had ik daar tot op heden nog niks van gemerkt.


En ik kan eigenlijk echt niet goed tegen kak.


De volgende ochtend drink ik mijn koffie tussen de druivenranken in de ochtendzon. Er nemen mij twee mannen mee naar een café. Ze vragen wat ik doe en ik zeg dat ik koffie drink. Nee nee, wat ik doé. Ik denk dat ze mijn beroep bedoelen dus ik zeg dat ik filosoof ben want het Russische woord voor leraar ben ik even vergeten en filosoferen is universeler. Dat treft, zegt de witte, ik ook.

Ik vraag hem of hij ook vindt dat ik meer dier ben dan mens en hij vertelt mij meer over Aristoteles. Dat die denkt dat je als mens geen vaste eigenschappen hebt, maar die eigenschappen krijgt door dingen te doen. Als ik herhaaldelijk dingen doe die goed zijn dan denken de mensen dat goedheid een eigenschap is van mij. Als ik herhaaldelijk dingen doe die niet goed zijn of over mezelf praat in negatieve termen, dan denken de mensen dat ik niet goed ben. Als ik herhaaldelijk dingen doe die de maatschappij met dieren associeert, dan denken de mensen dat ik een dier ben. Als ik herhaaldelijk dingen doe die de maatschappij met vrouwelijkheid associeert, dan denken de mensen dat ik een vrouw ben. Ik ben hier precies in mijn eigen les beland, maar dan in de foute taal.


De zon begint te branden. Mijn gedachten dwalen af naar de eindeloze velden vol Bulgaarse zonnebloemen. Als ik herhaaldelijk dingen doe die de maatschappij met zonnebloemen associeert, dan denken de mensen dat ik een zonnebloem ben.


Simpel.

Laat mij vanaf nu een zonnebloem zijn.

 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

#8 De Realiteit

De mensen zeggen dat reizen wegvluchten is van de realiteit. Ik snap dat niet, hier is er toch ook een realiteit? Ik ben hier even reëel...

#7 Zwarte Zee en vertebraten

Ik zit aan de Zwarte Zee naar golven, vuurwerk, bliksem, vissen, rotsen en regenbogen te kijken, bijna zo ver weg van huis als je binnen...

Comments


To order pictures in print, click on the pictures to enlarge, and then 'order'.

Om afgedrukte foto's te bestellen, klik op de foto en dan op 'order'.

Lopende tentoonstelling:

Voyage dans le grand blanc

pre-order book now

joksie@gmail.com       Tel: 32 486/543.792

  • Facebook Basic Black
  • Black Instagram Icon

© joksie

bottom of page