top of page

#5 Bollekes vodka, ik ski

Foto van schrijver: JoksieJoksie

Bijgewerkt op: 28 nov 2020

Dag 4 / skidag 1

Bukovel is het beste skigebied waar ik al geweest ben. Het is groot en ik ben hier praktisch alleen. Een skipas kost hier voor drie dagen minder dan één dag in Frankrijk. De skischoenen worden mij aangedaan, ik moet zelf niet eens bewegen. Ik moet niks zeggen ook, want ze zijn bang van het Engels dat ik spreek. Alleen om te betalen komt de manager heupwiegend en vingerknippend op mij af: “money money money!” Ik word zelfs niet verplicht om vriendelijk te lachen, de gemiddelde mens kijkt toch nors.

Boven aan skiliften 14, 15 en 22 is Bar Panorama. Bar Panorama ruikt naar oud bier, ondanks de inspanningen van een vriendelijke vrouw met dweil die onophoudelijk de vloer droog veegt en elke nieuwe bezoeker die in skischoenen de bar betreedt toch begroet. Ik worstel wat met de woorden koffie, melk en veel en bestel succesvol een latte. Dat heet hier blijkbaar ook gewoon “latte”.

Boven aan skilift 12 is Bar Panorama. Bar Panorama ruikt naar wodka en appelmoes. Geen idee hoe dat kan want ze serveren hier geen eten. Ik bestel succesvol een latte.

Boven aan skilift 1 en 2 is Bar Panorama, maar daar geraak ik vandaag niet want dat is te ver. Als ik ooit naar Oekraïne verhuis open ik een bar die niét Panorama heet. Daar gaat volk komen naar kijken! Of net niet?

Als bepaalde liften sluiten om 16:30, gaan op andere pistes de lichten aan voor de nachtski. Behalve op piste 14b want die wordt gebruikt om op te sleeën. Aan elke cabine van de lift wordt dan een slee gehangen en jong en oud hobbelt de pistes af. Zo’n dingen maken mij blij.

Als de laatste liften sluiten is de smeltende sneeuw in het dorp veranderd in gladde plassen. Er staat een groepje gezette oude mannen en vrouwen in een cirkel te dansen voor een podium met een fles wodka in de hand. Ik had gehoopt dat het hier minder prototypisch zou zijn dan dat. Of misschien ook niet.



Dag 6/ skidag 2

's Morgens ligt de weg richting skiliften bezaaid met restanten van de afterski en lege flessen vodka. De man van de paardenverhuur ligt zijn roes uit te slapen in een koets. De laatste meters wisselen de skischolen en apothekers elkaar af.

Ik ski.

Ik kan dat eigenlijk niet. Ik had in Georgië eens een skilift naar boven genomen om met Tine naar het landschap te kijken. Dat was me nogal eens een landschap! Toen we uitgekeken waren, was de skilift al lang dicht. Vijf pistes naar beneden stappen was onmogelijk en in de sneeuw wachten tot morgenvroeg al evenzeer. Dus we klopten aan bij de mannen van de EHBO en die hadden geen andere oplossing dan Tine volledig vast te snoeren in zo een bed waarin je ligt als je iets breekt, en om haar zo naar beneden te glijden, terwijl ik per piste werd doorgegeven van rug tot rug van EHBO-man tot EHBO-man. We vonden dat zo plezierig dat we dachten: morgen leren we skiën! De EHBO-mannen knikten aanmoedigend toen we de dag daarop met onze ski’s bovenaan de lift arriveerden, en nog geen half uur later kende ik de Russische woorden voor “links”, “rechts”, “rechtdoor”, “sneller” en “godmiljaar!” omdat voorbijgangers mij ofwel graag wouden helpen met leren skiën, ofwel vonden dat ik in hun weg stond te klungelen. Niet dat we op het einde van die dag plots konden skiën, maar het was wel een goeie mop, en: een begin. Een half jaar eerder had ik skiën nog bovenaan de lijst gezet van “dingen die ik niet kan en ook nooit wil of zal kunnen”.


Dag 6/ skidag 3

Skidag drie en de kracht van het geloven in dingen. Vandaag maak ik mijzelf rond de middag wijs dat ik megagoed kan skiën. En ik geloof het. Ik doe rode pistes alsof ik nooit iets anders heb gedaan. Eergisteren stond ik nog te bibberen op mijn benen bij de blauwe. Ik heb zin om een mail te sturen naar mijn stagebegeleider. De meest inspirerende lesgever ter wereld, die maar één vraag stelde op mijn laatste mondelinge examen van de lerarenopleiding: “Of ik daar geen gevaar in zag”. Ik had net uitgelegd dat lesgeven altijd bovenaan mijn lijst had gestaan van ‘dingen die ik niet kon en ook nooit wou kunnen’, en dat ik er nu net daarom zo goed in wou worden. Awelja, het gevaar dat alle uitdagingen op een bepaald moment ‘op’ zouden zijn -- en wat dan? Wel kijk Jan, ik kan nu al een beetje lesgeven, nu leer ik skiën. Er komt gauw wel iets nieuws bovenaan die lijst van ‘dingen die ik niet kan en ook nooit wil of zal kunnen’, ik maak er mij eigenlijk geen zorgen over. Misschien word ik wel ski-instructeur in Oekraïne. Misschien krijg ik mijn loon dan uitbetaald in worst.

Over worst gesproken. Het thuisfront vroeg mij gisteren of ik hier al contact heb gelegd met de bevolking. Ik keek er thuis nogal naar uit om te checken hoe de gemiddelde Oekraïener op Tinder eruitziet, alle harige bosberen indachtig die mij superliketen toen ik ging skiën in Bulgarije. Maar nee, ik zit hier nogal in mijn eigen wereld, en praat zelfs niet tegen de mensen waarmee ik op de lift zit. Vandaag viel het mij op waarom: iedereen is ingepakt in dikke lagen skibroek, skipak, skijas, skibril, helm. Eigenlijk is skiën echt een inherent asociale sport, het is zelfs onmogelijk om oogcontact te maken. Behalve dan met de man van de skiverhuur. Die danst nog elke morgen enthousiast van “money money money” als ik moet betalen, maar ook zijn beharingsgraad is gezien de omstandigheden moeilijk te achterhalen.

Vandaag is in feite mijn laatste nacht hier. Ik had eerst een bufferdag ingebouwd om de omgeving nog wat te verkennen vooraleer ik terug ga naar Ivano-Frankivsk. Maar ik heb Bukovel nu net uitgeroepen tot het beste skigebied ter wereld én heb mezelf nu juist wijsgemaakt dat ik kan skiën. Dus ik doe de ganse avond rode pistes en beslis dat ik nog een nacht bijboek. Mijn pak worst is ten slotte nog niet op en niemand weet hoe het met de koelkasten is gesteld op de weg terug naar Ivano-Frankivsk.

Ik boek een appartement met twee kamers en drie bedden, een terras met mountain view, twee sofa’s, drie wandtapijten en een open haard - want dat was de goedkoopste slaapplaats die nog vrij was op wandelafstand van de liften. De man van het hotel vond het blijkbaar ook een beetje decadent, dus ik kreeg er een gratis avondmaal bij, te nuttigen in de kelder.

In de kelder staat een tafel vol kleine kommen met veelkleurige salades en in het midden daarvan een grote tinnen schaal vol shotglaasjes vodka. Het is mij onduidelijk of je zo’n glaasje moet meenemen naar waar je zit om bij je salade te nuttigen, óf dat je verondersteld wordt om zo’n glaasje ter plekke te ledigen terwijl je de salade opschept. Het valt mij ook op dat er geen water op tafel staat, dus ik ga met een shotglaasje in mijn hand en een groot leeg glas aan de dames van de keuken om water vragen. Ik wijs van het kleine glas vodka naar het grote lege glas en zeg: “это водка. это не вода” – “Dit is vodka (letterlijk: watertje), dit is geen water”. Heel de keuken lacht en ik krijg veel water in het grote glas terwijl ik het kleine leegdrink. Mijn naam is gemaakt.

In het buffet geen worst, wel gefrituurde vissen, visballetjes en verschillende soorten rijst en tarwe. Ik ga aan tafel zitten, eet en drink mijn water leeg. De enige andere aanwezige keldergasten drinken uitsluitend vodka. Doen ze dat hier altijd bij de maaltijd? Ik herinner mij die Zweden die het onaanvaardbaar vonden dat wij wijn drinken op een weekdag. Ik zie te laat dat er afgeruimd wordt en heb nog honger, dus ga terug naar de keuken en probeer dat uit te leggen, er zal nog wel iets over zijn. De communicatie verloopt moeizaam. Ik krijg aanvankelijk weer een glas water maar maak duidelijk dat ik ook honger heb. Ik denk dat ze vraagt wát ik precies wil eten en mij maakt het niet uit, maar die visballekes vond ik wel lekker dus ik vorm met mijn handen een bolleke en krijg een paar minuten later mijn bord terug, goed gevuld met al het voedsel dat bolvormig was. Bollekes couscous, kleine tomaatjes en visballetjes. Zelfs het gegibber van de dames in de keuken klinkt rond.

Voor ik wegga is mijn water weer op, maar ik wil de gibberaars liever niet nóg eens storen en zie op de toog ook verschillende gróte bokalen met vanalles staan. Dus ik vul mijn glas met vocht uit de bokaal met citroen en mijn drinkbus bij met vocht uit die vol gemberschijfjes.

’s Nachts om 2:30 merk ik dat ook dat geen water maar vodka was.

 
 
 

Comments


To order pictures in print, click on the pictures to enlarge, and then 'order'.

Om afgedrukte foto's te bestellen, klik op de foto en dan op 'order'.

Lopende tentoonstelling:

Voyage dans le grand blanc

pre-order book now

joksie@gmail.com       Tel: 32 486/543.792

  • Facebook Basic Black
  • Black Instagram Icon

© joksie

bottom of page