top of page

Het licht is kapot

Foto van schrijver: JoksieJoksie

Bijgewerkt op: 18 jan 2022

Het beste van de afgelopen dagen was een waterslang.

Ik werd wakker met de geur van haardvuur in de zomer – je zou het ook ronduit: de geur van op reis zijn in Oost-Europa kunnen noemen. Twee goedgeluimde mannen staken in een nederzetting aan de oever van een meer twee grote ovens aan, en stootten onverstaanbare klanken uit. Je zou het ook ronduit: de klanken van op reis zijn in Hongarije kunnen noemen.

Allemaal zeer idyllisch maar ik ben hier rap weg, ik heb nu nog geen zin in mensen.

Het natuurreservaat waar ik mijn toevlucht dacht te zoeken, werd door een lange rechte zandweg van 7 km gescheiden van de parking. Brandende zon op dat zand. Opwaaiend stof in mijn ogen. Uitzicht links: niks. Uitzicht rechts: ook niks. Ik heb het precies zo niet voor Hongarije.

Om de tien minuten passeert er een volgeladen huifkar met toeristen. De paarden vertragen, de toeristen maken foto’s van mij. In Hongarije ben ik blijkbaar beter dan het uitzicht.

Er weerklinkt ergens een gong. Ik zie wat stof opwaaien. Twintig minuten later zit ik tussen de uit de huifkarren geladen gelaten toeristen die paarden fotograferen op een bank. Er is iets in het begrip “natuurpark” dat ik fundamenteel misbegrepen heb. De paarden doen kunstjes. Overdreven uitgedoste mannen slaan hen met de zweep. De toeristen maken foto’s, ik ben hier weg. Op weg weg wandel ik pardoes dwars door de kleedkamer van de uitgedoste mannen. Zij kijken mij verontschuldigend aan. In hun ondergoed. De stilzwijgende verstandhouding tussen de mannen en mij: het is genanter om gans uitgedost kunstjes te doen met paarden voor toeristen dan om door een kleedkamer halfnaakte mannen te wandelen.

Sowieso.

Zeven kilometer zandweg terug naar de parking + restaurant.

Honger.

Er wandelt mij een gedesoriënteerd Frans koppel voorbij. Ik hoop uit alle macht dat ze niet met mij gaan beginnen babbelen. Ze doen het toch. Ik sleep me verder door het zand in de brandende zon en probeer me te herinneren hoe oppervlakkige gesprekken voeren moet.

Eindelijk: de parking.

Honger.

Restaurant.

Blijkt gesloten.

Ik probeer het toch: “There should be something I can eat? Please?”.

Het restaurant gaat pas open als de paardenshow gedaan is. Ik krijg gelijk gewoonlijk een ei. Men probeert me zo duidelijk mogelijk te maken wat een lást het is dat ik daar zit, met mijn ei. Maar ik ben blij met mijn ei en lees een boek.


De paardenshow loopt ten einde.

Ik hoor de gong.

De huifkarren komen terug.

Mooi uitgedoste paardenmannen wijzen de toeristen de weg naar de winkel met souvenirs. Mooi uitgedoste toeristen stijgen uit de karren en bekijken de souvenirs.

Het restaurant gaat open. De muziek gaat aan. Kelners buigen.

De schijnvriendelijkheid maakt zich van de omgeving meester.

Moeders manen hun kinderen aan zich te gedragen. Mannen nemen hun vrouwen bij de arm. Mannen en vrouwen manen mekaar aan te doen alsof ze de vakantie van hun leven beleven. Kelners blijven buigen en wijzen mannen en vrouwen de weg naar een gedekte tafel. Mijn ei is op. Ik betaal en vertrek. Buiten staan koppels het stof uit mekaars kleren te kloppen. In de toiletten staan moeders op hun huilende kinderen te roepen dat ze niet moeten huilen want dat ze hier zijn om de vakantie van hun leven beleven.

Ik sta in een hoek de batterij van mijn mobiel op te laden en sla het schouwspel gade. Het licht is kapot.

Iemand probeert toch de knop. Mensen gaan naar toilet. Het licht is kapot. Nieuwe mensen komen naar het toilet. Moeders nemen hun kinderen apart om hen met wat meppen aan te manen zich te gedragen. Het licht is kapot. Iemand probeert toch de knop. Ik zeg: “Het licht is kapot”. Iemand probeert toch de knop. Ik zeg: “Het licht is kapot”. Iemand zucht. Iemand probeert toch de knop. Moeders houden het hoofd van hun kind onder de kraan. Het licht is kapot. Iemand probeert toch de knop. Ik zeg: “Het licht is kapot”. Iemand probeert toch de knop. Ik zeg: “Het licht is kapot”. Iemand bekijkt mij alsof ik de schuldige ben. Ik zeg: “Het licht is kapot”. Iemand probeert toch de knop. Ik moet hier weg.

Ik vraag me af of de manier waarop wij in België leven wel gezond is voor ons als ik merk hoe overprikkeld ik ben. “Allez”, zeggen de mensen. “Zo alleen op reis?” “Alleen?”, denk ik, “er zijn hier dúizenden mensen. En ze werken állemaal op mijn zenuwen”.


Ik moet efkes afkoelen. Buiten zijn de sproeiers aangeschoten in de hoop dat het gras het gaat winnen van het zand. Ze draaien rond. Ik ga eronder staan.

Wanhopige moeders met wenende kinderen komen de toiletten uit en kijken me verbijsterd aan. Koppels stoppen met het zand van mekaars kleren te kloppen. Mooi uitgedoste mannen draaien zich om. Kelners buigen. Monden vallen open. Ik dans onder de sproeifontein en ga hier even de vakantie van mijn leven beleven.



 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

#0 intro

Er zijn zo veel mensen die er mij al van proberen overtuigen hebben dat ik moet beginnen mediteren. Ik heb daar een grote weerstand...

Comments


To order pictures in print, click on the pictures to enlarge, and then 'order'.

Om afgedrukte foto's te bestellen, klik op de foto en dan op 'order'.

Lopende tentoonstelling:

Voyage dans le grand blanc

pre-order book now

joksie@gmail.com       Tel: 32 486/543.792

  • Facebook Basic Black
  • Black Instagram Icon

© joksie

bottom of page